Adventures of a globetrotter

Part of Aerotaxi group

DenemarkenOostzeeReizen(NL)

2016 Rondje Denemarken Deel 4 Kopenhagen – Nederland

Kopenhagen is de hoofdstad van Denemarken en telt ongeveer 562.379 inwoners (2013). Het bekendste is natuurlijk Lille Havfrue (de zeemeermin op de rots). In werkelijkheid is ze heel klein en kijkt niet naar zee maar naar de toeristen. ……

 

Nijhavn
Asmara Copenhagen
Vakwerk, Copenhagen

 

 

 

 

 

 

 

En dan niet te vergeten het beroemde stadscentrum met bezienswaardigheden, musea en winkelstraten. Ik lag met mijn boot in Christianshavn. De oude haven is de Nijhavn, maar dat is alleen nog weggelegd voor oude klassieke schepen, kom je er toch in betaal je de hoofdprijs. Waar ik lag zat ik feitelijk aan de overkant van het water op loopafstand. Christianshavn is het oude hippie bolwerk Christiania met muziekcafes, winkeltjes en restaurants. Ik ben daar ’s avonds heen gelopen en heb er een paar biertjes gedronken.
Dinsdag 12 juli Kopenhagen – Mosede
Vertrokken om 13.00, Ik verlaat Kopenhagen en vaar in de richting van zuid Sjaelland de Smalands route. Ik wil dit natuurgebied in via de Bögeström. Vorig jaar wilde ik dit ook maar toen stond er harde Oostenwind waardoor ik dit toen op het laatste moment heb afgeblazen, (staat beschreven in het verhaal, Baltic 2015 deel 6) het is n.l. een zeer ondiep gebied voor schepen tot max. 2 mtr diepgang. Nu met de heersende westen winden moet dit gaan lukken, ik kom dan in een heel mooi natuurgebied met leuke kleine haventjes, beschreven door Rene Vleut van de Ugly Duck.
De wind is zuidwest 4-5, had beter gekund, nu moet ik behoorlijk scherp varen, maar misschien draait de wind nog door naar west, wat beter is. Eenmaal buiten de beschutting van het eiland Amager nemen de golven al snel weer toe, het is dan ook een behoorlijke baai die ik moet oversteken. Als het oncomfortabel begint te worden zin ik op een alternatief. De Bögeström haal ik qua afstand vandaag toch niet. Ik besluit om 14.00, de wind is dan al 5-6, uit te wijken naar Mosede een haven aan de Oostkust van deze baai, om daar aan te lopen moet ik wel tussen twee bebakende visgebieden door en zin in een visnet in mijn schroef heb ik niet. Ik stel de automaat op windvaan in, dat betekend zoveel dat de boot dan de ingestelde hoek tussen wind en zeil vasthoud, zeil hoeft dan niet meer versteld te worden, maar draait de wind dan draait de koers van de boot mee. Normaal is de kleinste hoek voor de Asmara 35-40 graden, ik stel hem in op 35 om zo vrij van de visgebieden te blijven. Dit gaat een tijdje goed, totdat de wind iets meer naar West gaat ruimen en dat wordt met deze nieuwe koers naar Mosede minder fijn, ik verklein de hoek naar 29 graden om zo te proberen vrij te blijven van de visbebakening. Maar uiteindelijk schamp ik de boeien op 10 mtr afstand en kan ik mijn koers verleggen tussen de gebieden door. Uiteindelijk moet ik toch nog een slag maken van een kwart mijl om goed uit te komen. Naarmate ik de haven nader en dus de lijzijde van het land, worden de golven minder en op het laatst kan ik zeil wegnemen om de haven aan te lopen, aankomst 19.15. Verder wil ik nog vermelden dat ik sinds ik weggaan ben steeds door mijn vriend Theo Danel, een zeiler en kroegmaat, tot de dag van vandaag,  steeds gevolgd ben (dat hebben overigens wel meer mensen gedaan) en al dan niet adviezen gehad of een hart onder de riem, via whatsapp, elke dag rond borreltijd of eerder. Theo bedankt, ik heb dat als zeer prettig ervaren.

 

Woensdag 13 juli Mosede – Taero anker
Ik ben om 05.00 wakker en besluit om 06.00 te vertrekken om eerst maar weer de rest van de baai over te steken voor dat de wind het weer oncomfortabel  maakt. Gisteravond geen havenmeester meer gezien, vanmorgen ook nog niet natuurlijk, geen info gevonden over havengeld, dus besluit ik maar een envelop voor zijn deur te leggen met 150 DK een normale overnachtingprijs voor dit soort havens. Eenmaal buiten op zee is de wind en de golven nog rustig. Wind 2-3, golven niet noemenswaardig, maar ik weet hoe snel het kan veranderen. Ik pik mijn geplande route naar de Bögeström weer op en verwacht over 2 1/2 uur op de hoek van de baai, de Köge bugt, te zijn. Het is een onbewolkte hemel met een laag zonnetje in het Oosten. In de baai loopt de stroming met de bocht van de baai mee, zo verwacht ik straks nog wat meer stroom mee te krijgen, op dit moment 0,5 Kts.
Uiteindelijk blijft het de hele dag een rustig windje en ergo kalme zee, gelukkig maar want ik heb gisteren weer eens gezien hoe snel dat kan veranderen. Tijden het varen zit ik comfortabel in mijn  stuurstoel en lees, zo kan ik ontspannen en tegelijkertijd de instrumenten in de gaten houden.
Als ik bij de Bögeström boei kom, leg ik mijn boek weg, mijn aandacht gaat nu naar het varen in een betonde geul, dit duurt nog een aantal uur. Het is een mooi gebied waar ik doorvaar, met in het begin hoge kliffen en krijtrotsen die je aan Dover doen denken, daarna veranderd het landschap in mooie golvende groene/gele heuvels. Ik heb een eilandje uitgezocht waar een meerboei zou liggen en wil daar twee dagen blijven. de handwas van gisteren ligt nog in de badkuip en moet nodig opgehangen worden. Het water buiten de geulen is bijzonder ondiep, soms maar 50 of 60 cm. Als ik onder de eerste brug doorvaar met een overspanning van 25 mtr ben ik er bijna. Ik raadpleeg mijn computerkaarten tegen de kaarten in mijn plotter en de papieren kaarten, want de achterzijde van het eiland is zeer ondiep water en een ding wat ik niet wil is aan de grond lopen. Ik moet daarbij de vaargeul verlaten en mij begeven in onbekend water, mijn plotter geeft alleen dieptes weer, voor zover je daar op kunt bouwen, de computer kaart is gedetailleerder en geeft ook een boeien lijntje van drie stuks, zal ik of zal ik niet. Er is niemand die me raad kan geven. Ik besluit het te gaan proberen. Zolang ik nog een aantal meters onder de kiel heb vaar ik gewoon op snelheid verder, maar als de diepte snel gaat teruglopen tot minder dan een meter onder de kiel neem ik gas terug en vaar met een slakkengangetje de drie rode tonnen af, die ik aan stuurboord hou. Best wel spannend eigenlijk, mijn hand zit aan de gashandel en als ik de diepte soms zie terug lopen tot 10 cm onder de kiel, krijg ik al gauw de neiging om het gas dicht te trekken en wacht de boem af. Maar dat gebeurt niet de diepte loopt weer op tot 40 cm, zo gaat het de hele tijd door, intussen probeer ik in vergelijk op drie kaarten de diepste plekken op te zoeken en vaar zo langzaam verder.

Misschien voor iemand die hier woont een lachertje, maar ik ben hier nu eenmaal niet bekend en safety First. Zo kom ik bij de meerboei aan en zie ik dat er al een boot ligt, ja dat kan ook. Ik ben niet alleen op deze wereld. Met de verrekijker bestudeer ik de situatie, de boot ligt vooranker en niet aan een meerboei. Nu zie ik de meerboei ook en begrijp waarom, het ding ligt veel te dicht bij de kant, met ook nog eens een aantal visstokken vlak bij. Dus besluit ik om dan ook maar op privacy afstand te gaan ankeren, waarbij ik hoop dat hier geen zeegras is. Maar nee het anker houd in een keer op 1.80 mtr water. Als ik later over de rand kijk zie ik ook geen zeegras maar een zandbodem, prima met 10 mtr ketting lig ik hier prima. Simba weet het al als ik de motor af zet en wil meteen naar buiten, maar ik vermaan haar en zeg nee, eerst logboek invullen, berichten aan het thuisfront, de poes overboord stootwillen ophangen en dan mag je naar buiten. Eenmaal buiten checkt ze eerst of ze er ergens af kan, ze loopt langs de gangboorden, controleert met haar kop door de gaten van de aanmeer lijnen, maar als ze dan eindelijk tot de conclusie komt dat ze er niet af kan begint ze baldadig te worden, rent in de rondte, klimt in de giek, probeert of ze ook de mast in kan, etc. Na een tijdje wordt ze rustig en berust zich in de nieuwe situatie.
Ik ga de was uit de badkuip halen en ophangen, schenk een lekkere whisky in, maak een paar toastjes en ga lekker buiten in het zonnetje zitten. Ik blijf hier in ieder geval morgen nog een dag liggen, verder staan er nog twee eilanden op het programma waar ik de havens/ stad of dorpjes wil bezoeken. Daarna zien we wel weer. Het enige nadeel, waar ik achter kwam, is dat ik geen enkel bereik heb op mijn telefoon en dus ook geen internet op mijn dongel, nou dan moet de wereld het maar een dag zonder me doen, mijn positie rapport aan familie en vrienden is doorgegeven, dat gaat per satelliet. Mijn gitaar maar weer eens gepakt en wat zitten spelen. 

Donderdag 14 juli Taero anker
Besloten om ondanks het ongemak van geen internet en telefoon, toch nog maar een nachtje te blijven liggen. Na de koffie een lekker ciabatta broodje gebakken.

Fejo, Dybvig Havn

Vrijdag 15 juli Taero anker – Dybvig, Fejo
De hemel is volledig bedekt en is helemaal grijs en dicht, wind 4-5 west, motregen, temp 16 graden. Als ik op sta doe ik de kachel even aan, onbehagelijk kil hier aan boord. Wat een zomer!?  Om 0913 vertrek ik voor het eiland Fejo, Dybvig haven. Een heel klein haventje wat in het seizoen best wel druk kan zijn en dubbelen meer gewoonte dan uitzondering is. Zodra anker op is volg ik mijn geplande route langs  alle ondieptes. De wind is stevig 5 uit west. Naarmate we verder in de ochtend komen neemt de wind al gauw toe tot 7 en dal nog pal op de kop ook. Ik moet twee grote bruggen onderdoor van elk 25 mtr hoog dus dat is geen probleem. Koersen verleggen of een paar slagen maken om toch nog hulp van het zeil te krijgen zit er voorlopig niet in vanwege de ondieptes waar ik langs moet. Dit hele natuurgebied is eigenlijk een grote plas water met eilanden, het water is over het algemeen niet dieper dan 1 mtr, enkele uitzonderingen daar gelaten. Dus je moet continue de geulen  volgen die niet betond zijn, om in redelijk diep water te blijven. Zonder zeil en tegen wind en golven van deze windsterkte, loopt mijn snelheid soms terug naar 2 knopen, dat betekend vaak dat je er dan twee keer zo lang over doet.
Als mijn route uit eindelijk af buigt naar het zuiden en dat een tijdje blijft doen, zet ik meteen mijn Genua uit, dat betekend wel weer scherp zeilen, Maar de snelheid die ik verloren was begin ik weer in te halen en de boot ligt rustiger in de golven. Zo modder ik door, tot ik in de buurt van het eiland kom en de koers weer noordelijker moet verleggen, de Genua moet er weer af. Het laatste deel is weer pal tegen wind in maar nu geeft het eiland weer enige beschutting tegen golfopbouw, maar dan denkt de wind daar kunnen we wat aan doen en trekt aan tot ruim windkracht 8. Zonder kleerscheuren loop ik nauwe vaargeul in naar de haven om tot de slotsom te komen dat dit inderdaad een populaire haven is en hij is al zo klein. Een kom waar de boten allemaal dubbel liggen, dus ik ook naast een Deen en een Duitser. Morgen ga ik verder weer of geen weer. Ik wil nu naar huis.

Zaterdag 16 juli Dybvig – Spodsbjerg
Vanmorgen om 0920 vertrokken, ik lag inmiddels al ingebouwd tussen een paar schepen en heb mij met wat hulp er tussenuit gewurmd. Eenmaal de geul uit en de boel buiten weer opgeruimd, zet ik koers naar de volgende bestemming Bagekop, op de zuidpunt van het eiland Langeland. Bij vertrek is de wind ZW 6, hiertussen de eilanden is het nog rustig varen, maar dat zal ongetwijfeld weer veranderen als we de Langeland Belt over moeten steken naar de lijzijde van het eiland. Wind en stroom zijn allemaal weer tegen me. Ik stel de autopilot in op vaan met 30 graden hoek tussen wind en zeil. De golven nemen weer toe en de wind blijft hangen tussen 6 en 7 ZW. Over twee uur kan ik aan de overkant zijn en heb hoop ik wat rustiger water.
De snelheid door het water is ongeveer 4,3 over de grond 4. Als ik in mijn planning kijk zou ik pas om middernacht aankomen, maar misschien zijn er stukken waar ik weer wat snelheidswinst kan halen. In ieder geval moet ik, als ik aan de overkant ben, een besluit nemen, want er is daar nog maar één haven waar ik vanmiddag nog kan in lopen, daarna moet ik door naar Bagekop. En met dit weer zal het op die zuidpunt van het eiland ook best spoken en daar wil je dan niet om middenacht zijn.
Nou het geweld nam alleen maar weer toe, zelf nadat ik op nog geen 100 mtr langs het strand voer. Alles is geloof ik weer van zijn plaats gekomen wat normaal niet gebeurt, reden om uit te wijken naar Spodsbjerg (Rudkobing), de enige haven nog die ik eerder vermeldde. Om 1600 kan ik een borrel inschenken.

Zondag 17 juli Spodsbjerg – Kiel

De dag des heren, bijtijds opgestaan, mijn buurman vertrok al om even voor zessen, ik maak uiteindelijk los om 0620, 9 uur tot Kiel. Grote oversteek de Kieler bucht in. De wind is er nog nauwelijks, maar zal ongetwijfeld snel opkomen. Het duurt nog twee uur voor ik op de zuidpunt van Langeland ben, dan nog een uur of 5 over groot water. Wat gaat het vandaag weer brengen? Het is in ieder geval een blauwe hemel (voor het eerst weer na lange tijd) en een licht bewolking. Temperatuur 14,9. Er staat nu al een behoorlijke deining.
De wind zal geleidelijk aan toenemen en is west 2, ik zal de wind dus weer half hebben aan stuurboord. Ik heb geen uitwijk meer voor de komende 6 uur, alleen maar open water. De wind had kennelijk ook zondagrust, dus ik arriveerde zonder verdere problemen om 1520 in Holtenau bij de oude sluis om af te meren, morgen weer verder. Nog even het dorp in gelopen om wat contanten te pinnen en een biertje gedronken op de reede.

Maandag 18 juli Holtenau – Gieselau
Om 0730 losgemaakt en voor de sluis gaan liggen. Gisteren hebben jachten 3 uur moeten wachten voor ze de sluis in mochten. Beroeps gaat voor. Gelukkig gaat het vandaag vlotter, om 0815 ben ik door de sluis en er hoeft niet betaald te worden omdat ze de sluizen aan het verbouwen zijn, scheelt weer €18,-


Volgende stop Gieselaukanaal richting Eider rivier. Nog 56 km. Om 15.11 maak ik vast bij de Gieselau sluis. Morgen verder. Ik ga wat info halen bij de sluiswachter, de rivier is vanaf dit punt tot de Noordzee  78 km. Dus dat moet in twee stretches.
De zon is zowaar gaan schijnen en als ik de weersvoorspelling bekijk zit er een klein hoog dat invloed heeft op deze omgeving tot het weekeind. En uitgerekend nu voel ik me niet lekker. In Gotenburg ben ik bijna tussen de steiger en het schip gevallen, ik gleed uit op de voorpunt,  nog net kon ik de betonning kademuur grijpen, en met veel kracht omhoog klauteren i.p.v. 1 1/2 naar beneden te donderen in het water. Mijn beide benen behoorlijk geschaafd, mijn elleboog en mijn andere arm. De volgende dag kon ik mijn nek zowat niet meer bewegen en veel spierpijn in benen en armen. Dat was op 5 juli, tot vandaag heb ik nog steeds last van mijn nek. Vanmiddag voelde ik me behoorlijk lusteloos en gammel, ben op bed gaan liggen en dat terwijl het nu schitterend weer is. Ik heb ook geen zin in eten en voel me gloeien, als ik mijn temp neem, heb ik lichte verhoging 38,2. Ik ga maar veel drinken vanavond en dan bedoel ik geen alcohol, en ga nu om 2100 weer naar bed en TV kijken.

Dinsdag 19 juli Gieselau Nordfelt hafen
Onrustige nacht gehad, om 0730 eruit, er moet 78 km bochtige rivier overwonnen worden. Het is bewolkt en naar ik vermoed ongeveer 22 graden, binnen is het 24,8 en nog zit ik te rillen, om 1200 neem ik nog maar eens mijn temp, 39,1. Heb ik weer begint het mooi en warm weer te worden, heb ik vermoedelijk een of andere griep.
Bij aankomst om 15.19 in dit hele kleine haventje Nordsfelt neem ik direct twee paracetamol en stort op bed, ik val in slaap en wordt om 1800 wakker. Temp nog maar eens meten, 38,1. Ik voel met ook iets beter. Vanavond nog maar een paar slikken, er is niets zo vervelend als je moet varen en je voelt je als een vaatdoek.
Lig zoals gewoonlijk weer neus in, met een hele lage drijvende steiger, kan hier dus niet van boord af.

Woensdag 20 juli. Nordfelt Hafen Tonning
Ik ben mijn bed uitgedreven vannacht, maar even zo goed nog 38,2. Al het beddengoed buiten in de zon te drogen gehangen, ga schoon bed opmaken op andere bed, want matras is ook zeiknat.
Door de Nordfelt sluis krijg ik het laatste deel van de Eider, maar nu als getijden rivier. Mijn vertrek is zodanig gepland dat ik met HW de haven van Tonning moet binnenlopen, dat kan tot twee uur voor en twee uur na, daarna (of daarvoor) is de haven te ondiep. Wel betekend het dat ik een steeds sterkere tegenstroom zal krijgen en ook nog een brug een spoorbaan en nog een brug door moet. De bruggen moet ik per telefoon aanroepen, marifoon doen ze hier niet aan. Bij de spoorbrug moet ik twintig minuten wachten. Op tegenstroom valt dat wel mee, als de stroom net zo snel loopt als dat ik stationair voorruit vaar, dan lig je in feite stil t.o.v. de grond, maar door het water loop je 1 1/2 knoop, zet dan de autopilot aan en de boot blijft netjes stil liggen op 50 mtr voor de brug.

Tonning

De laatste brug gaat snel open en al snel loop ik de havenmond van Tonning binnen op HW, let wel als je daar ooit met een boot komt om bij het binnen varen dicht tegen de stuurboord oever aan te zitten en bij uitvaren omgekeerd. Door stroming is de andere oever sterk verzand en ergo ondiep, vooral als je een paar uur voor of na HW binnenloopt.
Er is geen plek meer langs de drijvende steiger, dus meer ik af naast een mooie houten twee mast botter. Als het laag water is lig ik dus gewoon weer in de modder.
Ik voel me nog steeds als een watje, koorts wil ook niet weg. Het is bloedheet vandaag, geen wind en in de boot loopt de temperatuur, ondanks dat alles tegen elkaar openstaat, op naar zo’n 30,5 graad. Ik ga maar op bed liggen daar is het koelste en kijk wat TV. Uiteindelijk schraap ik al mijn moed maar weer bij elkaar en ga maar ergens een hapje eten, als ik de kade op loop langs alle restaurantjes begint het idee aan eten me al weer tegen te staan, zelfs alleen een biertje heb ik geen zin in, ik slenter maar weer terug naar de boot en ga maar weer op bed liggen, koorts 39,1.

Donderdag 21 juli Tonning Helgoland
Aangezien ik toch verder moet is de planning voor vandaag het Eidersperrwerk (net zoiets als stormvloedkering Neeltje Jans) uit en door de geulen over het wad naar Helgoland. Het is om 1504 Hw op het Eidersperwerk dus vanaf dat punt gaat de stroom door de geulen dan mee naar buiten lopen.
Maar voor het zover is moet ik dus ook wachten op twee uur voor hoogwater om Tonning uit te kunnen. Dat is dan omstreeks 1445.
Maar voor die tijd besluit ik toch maar een arts te gaan bezoeken. Eenmaal bij de arts moet ik natuurlijk ingeschreven worden en dat duurt een half uur. Als ik voor de dokter zit, die met wat vragen stelt en wat klieren betast, weet ze het ook niet, kan een buikgriep of darminfectie zijn. Ze schrijft me uiteindelijk een 5 daagse antibiotica kuurvoor. Daarna haal  ik het medicijn op bij de apotheek en haal nog wat vers fruit en yoghurt bij de naastgelegen supermarkt en slenter weer terug naar de boot.
Om 1445 maak ik los en vaar de haven uit, nu 1 1/2 uur door betonde geulen, dan de sluis in, waar het netvoorde sluis gigantisch stroomt. Samen met nog een Nederlandse zeilboot worden we geschut en een kwartier later zitten we aan de andere kant weer op zee. Lijnen en stootwillen opruimen en de boeien volgen, na een tijdje gaat de stroom inderdaad goed meelopen. 5 door het water 7,5 over de grond. Na een uurtje of drie komen we bij de Eider uiterton en kunnen we rechtstreekse koers zetten naar Helgoland. Het is net te bezeilen, dus de Genua gaat uit, de wind is inmiddels 4-5 uit westelijke richting. Ik ga op de bank zitten en val knikkebollend in korte slaapjes, de Asmara glijd voort. Om 2045 glijd ik de haven van Helgoland binnen, waar het mudvol is. Ik maak vast langszij een Nederlander en lig dan als 7e in pakket. Weer niks gegeten, dat is nu al 5 dagen zo, ik neem een pil en kruip mijn mandje is. Het gevolg van zoveel luidheid in het lichaam is dat ik om 0200 klaar wakker ben en weer mijn bed uit drijf, waar heb ik dit allemaal aan verdiend. 

Vrijdag 22 juli rustdag Helgoland
Ik ga nu maar gewoon onder een schoon laken liggen en dut nog wat tot ik er om 0800 uit ga. Meet mijn temperatuur en yoeppie, 37,5 zou dit de kentering zijn Maak een yoghurt en fruit ontbijt wat er wel steeds goed in gaat en besluit nog maar een dag te blijven, het zit dicht van de mist vanmorgen en misschien kan ik een beetje bijkomen en als het dan meezit misschien ergens een hapje eten.
Eerst bij het havenkantoor langs en twee nachten afrekenen, dan wat broodjes en beleg halen bij de supermarkt. Daarna schuif ik op een terrasje aan en bestel een biertje en een vissoep. De vissoep met broodje was heerlijk, ik begin me weer mens te voelen. Nu op de terugweg nog even langs de duty free drank zaak die ik op 17 juli in een mail mijn bestelling heb gegeven en die ik rond 22 juli zou afhalen. Als ik de winkel in kom zegt een blik genoeg, de man herkent me en toont de dozen met mijn reservering. Nadat ik afgerekend heb wordt het later door de pakketdienst aan boord gebracht.
Er komt later op de dag nog een Duitser tegen mij aan liggen, met een mooie scherpe motorsailor van ongeveer 15 mtr. Ik meld hem dat ik morgen om 0700 weg wil, geen probleem aldus zijn antwoord.

Zaterdag 23 juli Helgoland – Norderney
Als ik om 0600 wakker ben en naar buiten kijk zit het potdicht van de mist, dat wordt geen vertrek om 0700. Uiteindelijk vaar ik om 0900 weg richting tankstation. Dat tanken duurt alles bij elkaar wel een uurtje, tel daarbij twee uurvoor het bereiken van de traffic lanes waar ik over moet, heb ik er goede hoop op dat tegen die tijd de mist wat opgeklaard is zo dat ik die grote jongens visueel kan zien. 736 lt. getankt a 82 ct per liter, gemiddeld verbruik 3,9 lt./uur.
Eenmaal op de route is het zicht nog altijd beperkt tot zo’n 100 mtr. De wind is NO 2, de deining vervelend en schuin van achter. Ik heb mij aangemeld bij German Bight Traffic op VHF 80. Mijn radar staat aan en mijn AIS zoals altijd, dus gaan we beleven wat over 1 1/2 uur het zicht is.
Bij het punt van oversteken aangekomen is het zicht wat verbeterd maar nog altijd marginaal. De crossing duurt 45 minuten en gaat voorspoedig, het is niet druk. Op naar de volgende crossing de Weser. Aankomst daar over drie uur, we hebben inmiddels stroom tegen.

Vlinder uit de hemel

 

Zojuist kwam er een vlinder landen op mijn boot en bleef een tijdje rusten, alvorens weer verder te gaan. Deze was vast door mijn overleden moeder Sophia gezonden om te kijken of alles nog goed gaat. Dus zeg ik tegen de vlinder, “Zeg maar tegen Sophia, dat het prima met me gaat en dat ze een dikke knuffel van me krijgt” en weg vloog de vlinder weer. Na een half uurtje zat de vlinder ineens weer op de reling, ik loop naar buiten en zeg ” dat heb je snel gedaan, was het goed? Heb je nog een aanwijzing voor me?” De vlinder is zeker een kwartier blijven uitrusten, het is ook niet niks zo’n trip. Daarna vloog ze de wijde wereld of hemel weer in, mission accomplished zal ze gedacht hebben. Dit is geen fictie maar gebeurd vandaag op volle zee.

Het zicht gaat weer slechter worden en de zee onrustiger, nog 3 uur tot Norderney. De tonnen voor aanloop zijn weer verplaatst, je kunt nog zo’n nieuwe kaart hebben bij dit soort kusten loop je altijd achter de feiten aan. Dus bij slecht zicht waardoor je de tonnen niet visueel kunt waarnemen, gebruik ik de radar in de boeien modus, signaal extra versterkt en vind op die manier de nieuwe locaties van de tonnen. Ik vaar dus op een echo signaal af van de ton in kwestie, en jubelend als je theorie dan 100 % klopt. Zo vaar ik de aanloop van Norderney in en meer af naast een Nederlander, lig weer 7 dik. Haven mud vol, geen water tanken en dat wordt nu echt wel nodig, maar ook niks betalen, of de havenmeester moet het komen halen, maar om 2130 is hij al naar moeder de vrouw.

Friesland vlag

Zondag 24 juli Norderney – Lauwersoog
Vroeg uit de veren, om 0515 losgemaakt, als je door de westgeul naar buiten wilt moet je dat niet later doen dan 2 uur na hoog water en HW was 0313. Zicht is wederom slecht, we zoeken de boeien op de geul wederom weer op met de radar, dit gaat weer prima en zo komen we weer veilig op dieper water. De wind is WNW 3. Verwachtte aankomsttijd Lauwersoog 1530. Aangezien het rustig weer is besluit ik nog maar wat makrelen te vangen, ik heb de tweede vriezer aangezet. Binnen een half uur vang ik er twee en verspeel ik er twee, maar we hebben de hele dag. Uiteindelijk vang ik er een stuk of 6, dan is het feest over. Ik haal de boel binnen en voer de snelheid op, we hebben wel wat tijd verloren want nu gaat de stroom tegen lopen en zakt de grondsnelheid terug, zodanig dat we nu om 1900 bij Lauwersoog sluis zijn. En dan wil ik ook nog door naar Oostmahorn, wat op de route ligt, want ik heb water nodig en moet veel beddengoed wassen.
Als dat te laat wordt anker ik binnen ergens en doet dat morgen, wat is tijd eigenlijk? Het weer is mooi geworden wel blijft het zicht beperkt tot een mijl of 5. Om 1933 loop ik de haven van Oostmahorn binnen. 

 

 

Schipper
Simba

 

 

 

 

 

 

 

 

Einde van een mooie reis maar met helaas te slecht en te koud weer. Totaal tot hier afgelegde afstand 1160 Nm, 265 motoruren, 1033 lt. diesel.

 

 

Peter Mantel

Gepensioneerd uit de luchtvaart. Avonturen met de Asmara. Ik zeil met mijn tweemast kotter van de Noordzee tot de Oostzee

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Hide picture